Afgelopen weekend was ik in Coevorden. Ik was er nog nooit eerder geweest en zal er waarschijnlijk ook niet snel weer komen. Toch heb ik een mooie blijvende herinnering aan het middagje winkelen aldaar: een nieuwe schoudertas. In principe vind ik damestassen tuttig, maar toen ik mijn oude tas destijds in de winkel zag staan, leek hij zó bij me te passen dat ik me daar niets meer van aantrok. Die tas van soepel chocoladebruin imitatieleer was elegant en toch stoer, handig en praktisch vanwege zijn formaat en allerlei vakjes met ritsjes. Prima voor kantoor, maar ook naar feestjes, want hij paste zowel bij een gebleekte spijkerbroek als bij een hip jurkje. Ik had hem graag honderd jaar willen gebruiken, maar helaas was hij na ruim twee jaar alweer versleten. Hoewel ik de meeste tassen nog steeds tuttig vindt, ging ik op zoek naar een nieuwe.
En nu is er die tas uit Coevorden. Toch maar van stof, in de hoop dat dat wat degelijker is. Van hetzelfde merk als de portemonnee die ik sinds mijn zestiende heb. Hopelijk is dat een goede indicatie voor de levensduur van dit ding. Weliswaar is hij stoer en elegant, maar toch zo anders. Ik verplaatste al mijn ‘altijd-bij-je-hebben-spullen’ naar mijn nieuwe tas, wat me inspireerde tot de bovenstaande foto à la ‘jaszakschatten’. Voor veel vrouwen is hun tas een soort verlengstuk van henzelf en ze voelen zich onthand wanneer ze aan een vervangend exemplaar moeten wennen. Annie M.G. Schmidt beschrijft het wisselen van tas als een weemoedige fase, bijna zoiets als verhuizen of reïncarneren. Dat lijkt me wat overdreven, maar grappig gevonden is het wel. Hieronder een beeldend fragment van het stukje dat ze hierover schreef in Alleen voor dames:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten