Beer is een fanatiek leesbeest. Zo’n echte lettervreter: hij leest graag, snel en veel. Met onze steeds voller wordende boekenkast kan zijn leeshonger aardig gestild worden, maar regelmatig leent hij ook boeken van zijn ouders. Een boek dat we momenteel van hen te leen hebben en allebei hebben verslonden, is ‘Het pauperparadijs’ van Suzanna Jansen. Ikzelf lees ook graag, maar veel minder snel dan Beer. Als ik een boek in een paar dagen uit heb, moet het dus wel heel boeiend zijn en dat was met dit boek zeker het geval.
‘Het pauperparadijs’ is een bijzonder boek. Het gaat over het ontstaan en functioneren van de heropvoedingskolonie Veenhuizen, in de buurt van Assen. Behalve dat het interessant is om te lezen hoe deze vanuit idealisme opgerichte kolonie zich naar verloop van tijd ontpopte tot strafinrichting, is het ook nog eens aangrijpend hoe de geschiedenis van dit fenomeen samenhangt met de familiegeschiedenis van de schrijfster. Generaties lang was haar familie met de kolonie verbonden. Van oorsprong doordat één van haar voorvaderen er een baantje als opzichter kreeg, ogenschijnlijk helemaal zo gek nog niet. Destijds was de kolonie bedoeld om arme mensen een kans te geven om een zelfvoorzienend bestaan op te bouwen. Een mooi initiatief, maar helaas ontstonden er grote verliezen en gaandeweg werd het steeds meer een verzamelplaats voor bedelaars en landlopers. In haar boek laat Suzanna Jansen zien welk stempel haar familie met zich meedroeg en hoe ze zich schaamden voor hun armoede.
Jansen is journalist en werkte als correspondente. Dat merk je aan de vaart in haar schrijfstijl. Ze neemt je echt mee op stap en vervlecht de geschiedenis met het verhaal van haar onderzoek. Zo voel je je als lezer betrokken bij haar familie. Ze beschrijft gedetailleerd wat ze tegenkomt en af en toe word je even teruggeworpen in de wereld van alledag door de mooie babbel van een projectontwikkelaar, de yuppendrukte in de negen straatjes of een beschrijving van de spiegelkantoren die je ziet vanuit de trein van Amsterdam naar Leiden.
Beer heeft wel eens verteld dat hij als klein jongetje soms niet wilde ophouden met lezen en dat zijn vader hem dan voortduwde terwijl hij al wandelend een boekje las. Bij het lezen van dit boek had ik daar ook behoefte aan, want ik had de grootste moeite om het af en toe weg te leggen. En soms dacht ik tijdens het lezen: wat bijzonder om zulke gedetaileerde informatie over je voorvaderen te hebben. Als ik later groot ben, ga ik ook een boek over mijn familiegeschiedenis schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten